Onze gasten geven ons
gemiddeld een4.6/5.0op Google Reviews
Huis de Wiers is vermoedelijk in 1654 gebouwd als ‘ridderwoninghe’ door Willem Ploos van Amstel.
Omdat ’t Huis de Wiers dicht bij de rivier werd gebouwd, moest rekening worden gehouden met overstromingen. De kelderverdieping/ het souterrain werd hoog boven het maaiveld gebouwd met als doel om de bel-etage boven het waterpeil te brengen bij een dijkdoorbraak. Via een buitentrap kwam men op het bordes dat naar de bel-etage leidde. Aan weerszijden van de buitentrap voerden twee trappen voor personeel en leveranciers naar het souterrain met de werkruimten.
Het huis dat gelegen was op een eiland binnen een gracht was een voorbeeld van het Hollands classicisme dat zich kenmerkt door zijn symmetrie en harmonische verhoudingen. Het werd gedekt door een dubbel zadeldak waar, op de vier hoeken de schoorstenen gesierd waren met koperen windvanen.
Door zijn hoogte en de markante daken is het in latere jaren een herkenningspunt voor schepen die over de Vaartse Rijn voeren. In vroeger tijden werd dit huis daarom genoemd:
‘De noordelijke wachter van Vreeswijk’
Een edele forens met gevoel voor status en allure
De edelman Willem Ploos van Amstel was 8 jaar lang drost, dijkgraaf en schout van Hagestein bij Vianen.
Hij had de vervallen ridderhofstad Langesteijn in Langerak van zijn vader geërfd. Dit landgoed was onbewoonbaar én het lag voor Willem, die ook raadsheer aan het Hof van Utrecht was, te ver weg van Utrecht. In 1653 diende Willem Ploos van Amstel bij de Ridderschap een ‘versoeck‘ in om de erkenning van Langesteijn als ridderhofstad over te dragen op de nieuw te bouwen ridderhofstad ‘t Huis de Wiers.
“Wel genegen soude sijn het oude ende vervallen huys van de voors. Ridderhofstadt Langesteyn weder op te timmeren tot een ridderlijke woninge gelijck het selve van outs is geweest. (…) en alsulcx wel vier uyren vande stadt Utrecht ende daer door quaet weder ende winter tijden seer moeylick is van daer naer de stadt Utrecht ende weder van Utrecht derwaarts te reysen.(…) De naem, qualificatien ende wapen vande voors. Ridderhofstadt Langesteyn op syn voors. Hoffstede onder de geregte Vreeswijck mochte werden getransporteert.”
1654 – 1878
De bouw van ‘t Huis de Wiers is al een voldongen feit als het verzoek tot ridderhofstad wordt ‘afgeslagen’. Alhoewel niet als ridderhofstad, gaat ’t Huis de Wiers als buitenplaats van rijke families een glorieuze toekomst tegemoet.
In 1723 verfraait de toenmalige eigenaar de buitenplaats door vijvers aan te leggen, een oranjerie te maken met uitheemse bomen en planten en een stenen theekoepel te bouwen.
Ook in latere perioden van deze bloeitijd heeft ’t Huis de Wiers verbouwingen en aanpassingen ondergaan om het geheel te verfraaien.
Het souterrain met zijn originele deuren is evenwel altijd in zijn oorspronkelijke vorm behouden gebleven. Evenals de kindertekening op één van de muren van het souterrain.
Het buiten is in de 300 jaren van zijn bestaan minstens 13 keer vererfd of verkocht. Vele percelen worden toegevoegd door eigenaren en later door erfgenamen weer in kleinere stukken geveild.
De laatste familie die het statige landgoed bewoonde is de familie Conrad-Braber. Willem Conrad werd door zijn technische adviezen bij de bouw van het Suezkanaal bekend. Een straat in het huidige Vreeswijk is naar hem vernoemd. Na de dood van mevrouw Conrad-Braber wordt HdW wederom door haar kinderen in veiling gebracht. Hiermee begint het verval van HdW.
In 1878 doet Willem van Oosterom op de veiling een bod van fl. 91.500,-. Hij hoopt dat er nog zal worden afgemijnd maar als dit na een week niet is gebeurd, zit hij vast aan zijn bod. Om zijn financiële problemen het hoofd te bieden laat hij 600 zware eiken langs de Wierselaan kappen en ook nog 3400 andere bomen uit bos en park. Deze ingreep is fataal voor het aanzien van de buitenplaats. De verkoop van al het hout helpt niet om de financiële problemen op te lossen en na een jaar wordt HdW alweer verkocht.
De Nederlandse Stoombriquettenfabriek koopt huis en stallen voor fl.16.000 en geeft het een industriële bestemming. Als ze na een jaar failliet gaan laten de volgende eigenaren Huis de Wiers als beleggingspand 19 jaar leegstaan en raakt het huis definitief in verval.
In 1899 koopt Scheepswerf NV ‘De Keulsche Vaart het Huis de Wiers op. Er wordt deels gebruik gemaakt van de vijvers om een haven naast het huis te graven en naast het huis wordt een scheepshelling gebouwd. De stenen theekoepel wordt gesloopt om plaats te maken voor een haveningang en alle grachten die nog niet zijn dichtgeslibd met rommel, worden gedempt. Het prachtige buiten HdW is gedoemd tot een industrieterrein!
In 1947 wordt Huis de Wiers gesloopt. Alleen de kelders van het huis blijven bestaan en op de hechte keldermuren van het souterrain wordt door NV “De Keulsche Vaart” een moderne fabriekshal gebouwd. Na 50 jaar wordt in 1998 machinefabriek ‘De Wiers’ afgebroken en ligt het vervallen terrein braak. Alleen de fundamenten/ het souterrain van het voormalige buiten zijn nog herkenbaar in wat eens een waardig en statig buiten was.
In 1997 en 1998 is er archeologisch onderzoek gedaan op het terrein van Huis de Wiers. De geschiedenis van het huis en omliggend landgoed kon daardoor worden vastgesteld. Daarnaast zijn veel bodemvondsten gedaan als aardewerk, roemers, kruiken, porselein en gereedschap. Deze stukken zijn bewaard gebleven en liggen nu in verschillende musea.
In 2004 koopt de Utrechtse architect Jaco D. De Visser het complex en maakt in samenspraak met de gemeente Nieuwegein een plan om Huis de Wiers opnieuw op te bouwen volgens het oorspronkelijke silhouet.
Als aan het einde van 2005 het pand nog in de steigers staat, opent het klassiek, moderne Restaurant Huis de Wiers al zijn deuren in het oorspronkelijke souterrain van het voormalig buiten.
In 2006 wordt de bouw van het huis afgerond en Jaco de Visser betrekt zijn nieuwe woning. In het prachtige, in moderne stijl opgebouwde pand wordt een atelierruimte en een kantoor gevestigd.
Als in 2007 de aankleding van het terrein wordt afgerond is ‘De noordelijke wachter van Vreeswijk’ in zijn volle glorie opnieuw opgerezen.
‘De noordelijke wachter van Vreeswijk’ is dan in het zuidelijk deel van Nieuwegein in zijn volle glorie opgerezen vanuit zijn authentieke kruisgewelven.